Les 1: Winterslaap

Les 2: Windenergie en/of waterenergie

Les 3: Bootje maken

 

Les 1

 

Beginsituatie

De leerlingen weten dat er verschillende seizoenen in een jaar zitten en kunnen deze seizoenen benoemen.

De leerlingen hebben al de seizoenen waargenomen in hun eigen omgeving.

 

Leerdoelen leerlingen

Overkoepelend:

Natuur en techniek: Planten en dieren passen zich aan aan de seizoenen.

Geschiedenis: Benoemen van dagen, maanden en jaargetijden.

Biologie: De leerlingen krijgen weet van de landschappen in Nederland.

 

Benodigdheden

 

Lesopzet

 

Differentiatiemogelijkheden

 

Les 2

 

Beginsituatie

 

Leerdoelen leerlingen

Overkoepelend:  De leerlingen leren dat het landschap van Nederland ook invloed heeft op het gebruik maken van windenergie en waterenergie. 

Aardrijkskunde: Windenergie en waterenergie.

Biologie: Landschappen in Nederland.

 

Benodigdheden

 

Lesopzet

 

Differentiatiemogelijkheden

 

Les 3

In deze les leren de leerlingen over windenergie en waterenergie. Zij mogen kiezen om een bootje te maken

 

Beginsituatie

De leerlingen weten te benoemen wanneer het waait.

De leerlingen weten onder woorden te brengen hoe de wind voelt, verschil tussen hard en zacht.

Leerdoelen leerlingen

Overkoepelend: De leerlingen leren dat het landschap van Nederland ook invloed heeft op het gebruik maken van windenergie en waterenergie.

Aardrijkskunde: Windenergie en waterenergie.       

Biologie: Landschappen in Nederland.        

 

Benodigdheden

• Satéprikkers
• Lege melkpakken
• Schaar
• Aardappels
• Plastic flesjes
• Plakband
• Lijm
• Aluminiumfolie
• Karton
• Stof
• Enzovoort (spullen om mee te knutselen)
• Plaatjes en filmpjes waar waterkracht en of windkracht worden gebruikt om energie op te wekken.
• Werkblad met ontwerp waterrad

Lesopzet

De les begint over waterenergie en windenergie. Wat betekenen deze dingen? Waar kan je deze twee dingen zien? Dit wordt klassikaal besproken met de gehele klas. Aangezien dit een best ingewikkeld onderwerp is, is het goed om plaatjes en filmpjes te laten zien aan de klas om de stof te verduidelijken. Tijdens dit gesprek kan ook de link gelegd worden naar het Nederlandse landschap en klimaat, met veel water en veel wind. Als voor iedere leerling duidelijk is wat deze twee woorden betekenen, is er de volgende opdracht. Leerlingen gaan in groepjes van drie een waterrad of zeilboot maken.

Als de ontwerpen klaar zijn en geconstrueerd ga je naar buiten met de klas. De boten worden getest in het water en of ze naar voren gaan door de wind. De waterraderen worden getest met het water uit de Gaasperplas zelf.

Differentiatiemogelijkheden

Niveau: Bij de opdracht kan de mate van vrijheid verschillen. Sommige groepjes kunnen zelf een ontwerp maken, andere groepjes zijn hier nog niet toe in staat. Voor de groepjes die niet zelf een ontwerp maken, zijn er voorbeelden en ideeën geplaatst onder het kopje leerlingen.