Bij het opzetten van de lessen is gebruik gemaakt van de principes van onderzoekend en ontwerpend leren (OOL). Bij deze didactiek staat centraal dat de leerlingen zelf bepaalde dingen ontdekken. Binnen het onderzoekend leren worden de kinderen echt benaderd als kleine onderzoekers en is er veel ruimte voor het zelf onderzoeken, proberen en ervaren. Binnen het ontwerpend leren bedenken de kinderen een oplossing voor een bepaald probleem. Zij krijgen verschillende materialen en gereedschappen toegereikt om hiermee tot hun oplossing te komen. De docent heeft binnen beide processen een meer begeleidende rol. Kemmers & Van Graft (2007) stellen echter dat het belangrijk is dat de docent overzicht behoudt om zo de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen in kaart te brengen. Naar aanleiding van het verloop van deze ontwikkeling kan de docent de mate van begeleiding aanpassen.

De lessen zijn gebaseerd op de zaakvakken aardrijkskunde, biologie, geschiedenis en natuur en techniek met de Gaasperplas als hoofdthema. Binnen elke les is rekening gehouden met de verschillende niveaus van leerlingen door het toevoegen van differentiatiemogelijkheden.

 

 

Literatuurlijst:
Kemmers, P. & Van Graft, M (2007). Onderzoekend en Ontwerpend Leren bij Natuur en Techniek. Den Haag: Stichting Platform Bèta Techniek

Maak jouw eigen website met JouwWeb